Verkenningssessies ‘Kraak de laatste meter’ – Collectieve warmtenetten

De laatste stap van de aanleg van een collectief warmtesysteem is meestal de aansluiting van de woningen op het aangelegde warmtenet, beter bekend als de ‘laatste meter' van een warmteproject. Specifiek verwijst de aanleg van de ‘laatste meter’ naar de volgende acties: de afstand tussen de hoofdleiding en het warmteafgiftepunt in huis moet worden overbrugd, de leiding moet door de woninggrens heen en er moet een geschikte plek voor de afleverset gevonden worden. Uit gesprekken met aannemers, installateurs en warmteontwikkelaars blijkt dat dit traject verschillende uitdagingen oplevert. Dit is waar het vraagstuk ‘kraak de laatste meter’ ontstaat: “Hoe leggen we de laatste meter aan met lagere kosten, minder risico en minimaal ‘gedoe’ voor de bewoner?”. Om de uitdagingen bij de overbrugging van ‘de laatste meter’ in beeld te krijgen en richting te geven aan vervolgonderzoek, is het vraagstuk in 2024 verkend in twee werksessies. In deze sessies stonden twee uitdagingen centraal waar de aannemers, installateurs en warmteontwikkelaars regelmatig mee worstelen. Tijdens de werksessies gingen vertegenwoordigers van verschillende partijen (gemeente, warmtebedrijf, woningcorporatie & aannemer) met elkaar in gesprek over hun ervaringen met de laatste meter. Om het onderwerp toe te spitsen werd in deze sessies gefocust op het inpandige deel van de laatste meter, dat wil zeggen: de overbrugging vanaf de gevel tot de afleverset en vanaf de afleverset tot het warmte-afgiftepunt. Hiernaast werden deze gesprekken gevoerd over drie specifieke woningentypen: rijtjeshuizen, portiekwoningen en galerijflats.