De Nederlandse R&D kloof groeit
report
In opdracht van het ministerie van Economische Zaken heeft TNO een analyse uitgevoerd naar de ontwikkelingen in de uitgaven aan R&D voor de periode t/m 2030, en deze vergeleken met de doelstelling om tot een intensiteit van 3% te komen in die context.1 Deze oplegnotitie beschrijft de resultaten van deze analyse, op basis van Factsheet C uit het rapport Nederlandse R&D-investeringen: naar 3% van het bbp in 2030 (te verschijnen 2025). Op basis van deze analyse concluderen wij dat het tekort in uitgaven in 2030 bij onveranderd beleid oploopt tot 12,82 miljard euro.
Aanvullend op de analyse in Factsheet C heeft het ministerie van Economische Zaken ons gevraagd om de benodigde financiering voor de komende kabinetsperiode te kwantificeren. Voor deze aanvullende berekening hanteren we dezelfde aanpak als het Rathenau Instituut. Om vanaf 2026 jaarlijks 3% van het bbp uit te geven aan R&D, is 11 miljard euro aan additionele directe publieke financiering nodig in de volgende kabinetsperiode 2026-2029. De private sector zal in deze periode 26,7 3 miljard extra moeten investeren.
Aanvullend op de analyse in Factsheet C heeft het ministerie van Economische Zaken ons gevraagd om de benodigde financiering voor de komende kabinetsperiode te kwantificeren. Voor deze aanvullende berekening hanteren we dezelfde aanpak als het Rathenau Instituut. Om vanaf 2026 jaarlijks 3% van het bbp uit te geven aan R&D, is 11 miljard euro aan additionele directe publieke financiering nodig in de volgende kabinetsperiode 2026-2029. De private sector zal in deze periode 26,7 3 miljard extra moeten investeren.
TNO Identifier
1015028
Publisher
TNO
Collation
12 p.