EMS-protocol Verbrandingsemissies door stilliggende zeeschepen in havens

report
Dit rapport geeft een beschrijving van de methode die wordt gevolgd voor de berekening van de emissies van koolstofdioxide (CO2), stikstofoxiden (NOx), koolstofmonoxide (CO), stof (PM), vluchtige organische stoffen (VOS) en zwaveldioxide (SO2) door motoren van zeeschepen op Nederlands grondgebied. De resultaten worden jaarlijks gebruikt voor de Nederlandse Emissieregistratie. Er wordt hierbij een functioneel onderscheid gehanteerd tussen buitengaats varen op ontwerpsnelheid (onderdeel A), manoeuvreren in aanloop naar de havens (onderdeel B) en stilliggen (onderdeel C). Deze onderdelen vormen op zichzelf staande onderdelen. In dit rapport staat onderdeel C beschreven.
In dit protocol wordt binnen bovengenoemde onderdelen tevens onderscheid gemaakt tussen hoofdmotoren en hulpmotoren. Hoofdmotoren zijn bedoeld voor de voortstuwing van het schip. Hulpmotoren zijn nodig voor manoeuvreren (boegschroefmotoren) en het opwekken van elektriciteit (generatoren) voor de bedrijfsvoering en
de huisvesting van bedienend personeel of in passagiers in geval van veerboten.
Topics
TNO Identifier
1006627
Collation
21 p.