Schatting van de elektriciteitsvraag van airconditioners in Nederlandse woningen in 2021, 2022 en 2030

report
Het aandeel huishoudens met een vaste airconditioner neemt de laatste jaren snel toe. Gemiddeld schaft de laatste jaren 3,4% van de huishoudens per jaar een vaste airco aan. Koeling in Nederlandse woningen is relatief nieuw en er is nog weinig bekend over het gebruik van de airconditioner door de bewoners en de daaruit resulterende energievraag. In deze notitie doen we een schatting van het elektriciteitsgebruik van airconditioners in Nederland. Op basis van de nu bekende informatie zijn met experts diverse aannames gedaan voor de variabelen in deze berekening:
- Aantal huishoudens met een airconditioner
- Aantal airconditioners per huishouden
- Aandeel airconditioners dot voor koeling wordt gebruikt
- Aantal dagen gebruik van de airconditioner
- Aantal uur per dog dot de airconditioner gebruikt wordt
- De vollast-deellast ratio van de airconditioner
- Het vermogen van de airconditioner
- De efficientie van de airconditioner (SEER)
Voor elke variabelen zijn uitgangswaardes bepaald met een meest plausibele schatting en een onder- en bovenwaarde. Van deze waardes is een Monte Carlo simulatie uitgevoerd wat betekent dat de populatie een groot aantal keer wordt gesimuleerd om een waarschijnlijkheidsinterval te bepalen waarbinnen 95% van de gesimuleerde populaties valt. Omdat er momenteel helaas geen informatie is over de vollast-deellast ratio voor de
Nederlandse situatie, zijn twee berekeningen uitgevoerd, een waarbij de aannames is dot de airconditioner alle operationele uren op vollast draait en een waarbij is aangenomen dot de equivalente vollasturen gelijk staat aan 50% van de operationele uren. Op basis van de aannames komt het gemiddelde elektriciteitsverbruik van airconditioners in Nederland bij 100% vollast in 2022 uit op 1,6 P J. Dot is gelijk aan 2% van het totale elektriciteitsgebruik van woningen in datzelfde jaar. De onder- en bovengrens van het betrouwbaarheidsinterval zijn 0,9 en 2, 7 P J. In 2030 neemt het gemiddelde elektriciteitsverbruik voor koeling naar schatting toe naar 4 P J (met het betrouwbaarheidsinterval tussen 1,9 en 7,1 PJ) en vormt don 5% van het totale elektriciteitsgebruik door huishoudens. Deze toename komt door de verwachte groei in het aantal airconditioners. Vanwege de aanname dot de airconditioner 100% op vollast draait zijn deze schattingen een bovenwaarde en zullen in de praktijk lager liggen. Indien het aantal equivalente vollasturen bijvoorbeeld 50% van de operationele vollasturen zijn, don halveert het energiegebruik ook. Ook rand de andere variabelen zijn nog veel onzekerheden, zoals het aantal huishoudens met een mobiele airconditioner en het vermogen en rendement van de gemiddelde airconditioner. Verder is het gebruik van de airconditioner gebaseerd op gegevens van twee jaar wat nog maar een beperkte onderbouwing geeft van de aannames. Het verminderen van de onzekerheden is don ook belangrijk om een betere schatting te kunnen maken van het elektriciteitsgebruik van airconditioners. Praktijkmetingen, vragenlijsten en woningopnames kunnen bijvoorbeeld een bran van informatie zijn. Een toename in het elektriciteitsgebruik voor koeling door airconditioners is echter evident. Deze toename in elektriciteitsverbruik goat in tegen de ambitie om juist energie te besparen. Ook is de vraag in hoeverre deze koelvraag kan leiden tot piekbelasting van het net. Dit is onder andere afhankelijk van het moment van koelen. Zonnepanelen zouden overdag in de elektriciteit van airconditioners kunnen voorzien als ze op hun piek presteren, maar niet direct als mensen 's nachts de slaapkamer willen koelen. Daarbij hebben airconditioners en zonnepanelen een (milieu-)impact tijdens verschillende fases van de levenscyclus en blijft het eerst zaak om elektriciteitsverbruik te verminderen of voorkomen en verspilling tegen te gaan.
TNO Identifier
996525
Publisher
TNO
Collation
48 p.
Place of publication
Petten