Literatuurstudie naar de afstand die deeltjes (>5 µm) afleggen bij verschillende respiratoire activiteiten

report
Luchtweginfecties zoals COVID-19 kunnen worden overgedragen via druppels.
Deze deeltjes komen vrij bij verschillende respiratoire activiteiten zoals o.a.
ademhalen, praten, zingen, hoesten en niezen. De World Health Organization
(WHO) categoriseert de vrijgekomen deeltjes als ademhalingsdeeltjes (>5 µm) en
druppelkernen (≤5 µm). Onderzoek toont aan dat overdracht van het SARS-CoV-2
virus via de ademhalingsdeeltjes mogelijk is als er sprake is van nauw contact
(close contact). In veel landen is ter beperking van het risico van verspreiding via
deze transmissieroute een social distance ingesteld. Deze afstand (1 m, 1,5 m,
1,8m (6 ft), 2 m) varieert per land. Er wordt vanuit gegaan dat grotere deeltjes (>5
µm) neerslaan binnen deze horizontale afstand. Literatuur toont aan dat grote
deeltjes de gehanteerde richtlijn van 1,5 m in Nederland kunnen overschrijden bij
respiratoire activiteiten als hoesten en niezen waar bij de luchtstroom niet wordt
geblokkeerd door bijvoorbeeld in de ellenboog te hoesten of niezen of de hand voor
de mond te houden. Buiten hoesten en niezen zijn er nog andere manieren om
deze deeltjes te emitteren en is de (horizontale) afstand die afgelegd kan worden
afhankelijk van meerdere variabelen, waaronder druppelgrootte, bronsterkte en
aanwezige luchtstroming.
TNO Identifier
878602
Publisher
TNO
Collation
41 p.
Place of publication
Delft