Bijdrage aan de stimulering van de vermindering van grondgebonden emissies op luchthavens. Eerste inventarisatie van de grondgebonden emissies op luchthavens.
report
Er is behoefte aan goed onderbouwde inzichten in de impact die Nederlandse luchthavens hebben op luchtkwaliteit en het klimaat. In deze studie is de bijdrage van een specifieke groep emissiebronnen op Nederlandse luchthavens onderzocht, namelijk het grondgebonden materieel. Daarbij is een inventarisatie gemaakt van de beschikbare informatie omtrent grondmaterieel, hun emissiebijdrage en hoe deze emissiebronnen verduurzaamd kunnen worden.
Er is een uitvraag gedaan bij de vijf grootste luchthavens van Nederland naar de samenstelling en inzet van hun grondgebonden materieel. Twee luchthavens hebben gedetailleerde informatie over de samenstelling en inzet van het materieelpark aangeleverd, en twee andere luchthavens alleen brandstofgegevens. Van luchthaven Schiphol zijn geen aanvullende gegevens verkregen, waardoor deze luchthaven, met veruit het grootste grondmaterieelpark, ontbreekt in deze studie.
Op basis van de gedetailleerde gegevens voor luchthavens Groningen Airport Eelde (GAE) en Maastricht Aachen Airport (MAA) is een brandstof- en emissieberekening uitgevoerd met het EMMA emissiemodel van TNO. De resultaten van deze berekening zijn vergeleken met de huidige rapportage door de Emissieregistratie (ER), en met de brandstofopgave van de luchthavens. Voor luchthavens GAE en MAA ligt het berekende brandstoftotaal dicht in de buurt van de huidige brandstofcijfers in de ER. Voor luchthaven MAA ligt deze ook dicht bij de opgave van de luchthaven zelf. Voor luchthaven GAE ligt de brandstofopgave door de luchthaven fors lager dan de berekende waarden uit de ER en het EMMA model.
Omdat de emissies van o.a. NOx, PM, THC en CO sterk afhangen van de precieze samenstelling en inzet van het materieelpark, wijken sommige emissiewaarden meer af dan de brandstoftotalen bij vergelijking tussen de huidige emissie-berekening in de ER en de berekeningen met het EMMA model. In aanvulling op de hoofdcomponenten (CO2, NOx, PM etc.) zijn de emissies van koolwaterstoffen (THC; total hydrocarbons) waar mogelijk uitgesplitst tot individuele chemische componenten, waaronder PAKs (Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen) en enkele andere stoffen van de ZZS-lijst (Zeer Zorgwekkende Stoffen). Met name op luchthaven MAA heeft het grondmaterieel een substantiƫle bijdrage aan de totale uitstoot van PAKs en ZZS op de luchthaven. Om de mogelijke gezondheidseffecten in te schatten, moeten naast de emissies ook lokale concentraties en blootstelling worden bepaald. Beide waren geen onderdeel van deze studie.
Het is de verwachting dat de berekening op basis van gegevens over het daadwerkelijke materieelpark betrouwbaardere resultaten oplevert dan de huidige methode in de ER, omdat deze nieuwe methode rekening houdt met aspecten die het meest bepalend zijn voor de emissies (zoals machinekenmerken en inzet). De vergelijking op brandstoftotaal toont aan dat er alsnog uitgegaan moet worden van een forse onzekerheidsbandbreedte. De methode is sterk afhankelijk van nauwkeurige en volledige gegevensaanlevering door de luchthavens. Daarom is het aan te bevelen dat de Nederlandse luchthavens jaarlijks een inventarisatie van het grondmaterieelpark en de inzet hiervan opmaken, zodat de emissies en toekomstige emissiereducties beter kunnen worden gemonitord. Aanvullende praktijkmetingen van emissies aan verschillende typen grondgebonden machines kunnen deze methode verder ondersteunen.
In deze studie zijn daarnaast verschillende verduurzamingsopties in kaart gebracht, die de milieu impact van grondmaterieel kunnen verminderen. Het verminderen van met name emissies van NOx
en PM kan middels het vervangen van machines door STAGE-V varianten, of het retrofitten van machines. Om ook CO2-emissie te reduceren en volledig emissievrij te worden, zijn er verschillende opties om te elektrificeren: met een vaste netaansluiting of met een (verwisselbaar) accupakket. Bij een stapsgewijze overgang naar elektrisch grondmaterieel is het zaak om rekening te houden met de eigenschappen (m.n. motorvermogen) en inzet van de machines.
Er is een uitvraag gedaan bij de vijf grootste luchthavens van Nederland naar de samenstelling en inzet van hun grondgebonden materieel. Twee luchthavens hebben gedetailleerde informatie over de samenstelling en inzet van het materieelpark aangeleverd, en twee andere luchthavens alleen brandstofgegevens. Van luchthaven Schiphol zijn geen aanvullende gegevens verkregen, waardoor deze luchthaven, met veruit het grootste grondmaterieelpark, ontbreekt in deze studie.
Op basis van de gedetailleerde gegevens voor luchthavens Groningen Airport Eelde (GAE) en Maastricht Aachen Airport (MAA) is een brandstof- en emissieberekening uitgevoerd met het EMMA emissiemodel van TNO. De resultaten van deze berekening zijn vergeleken met de huidige rapportage door de Emissieregistratie (ER), en met de brandstofopgave van de luchthavens. Voor luchthavens GAE en MAA ligt het berekende brandstoftotaal dicht in de buurt van de huidige brandstofcijfers in de ER. Voor luchthaven MAA ligt deze ook dicht bij de opgave van de luchthaven zelf. Voor luchthaven GAE ligt de brandstofopgave door de luchthaven fors lager dan de berekende waarden uit de ER en het EMMA model.
Omdat de emissies van o.a. NOx, PM, THC en CO sterk afhangen van de precieze samenstelling en inzet van het materieelpark, wijken sommige emissiewaarden meer af dan de brandstoftotalen bij vergelijking tussen de huidige emissie-berekening in de ER en de berekeningen met het EMMA model. In aanvulling op de hoofdcomponenten (CO2, NOx, PM etc.) zijn de emissies van koolwaterstoffen (THC; total hydrocarbons) waar mogelijk uitgesplitst tot individuele chemische componenten, waaronder PAKs (Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen) en enkele andere stoffen van de ZZS-lijst (Zeer Zorgwekkende Stoffen). Met name op luchthaven MAA heeft het grondmaterieel een substantiƫle bijdrage aan de totale uitstoot van PAKs en ZZS op de luchthaven. Om de mogelijke gezondheidseffecten in te schatten, moeten naast de emissies ook lokale concentraties en blootstelling worden bepaald. Beide waren geen onderdeel van deze studie.
Het is de verwachting dat de berekening op basis van gegevens over het daadwerkelijke materieelpark betrouwbaardere resultaten oplevert dan de huidige methode in de ER, omdat deze nieuwe methode rekening houdt met aspecten die het meest bepalend zijn voor de emissies (zoals machinekenmerken en inzet). De vergelijking op brandstoftotaal toont aan dat er alsnog uitgegaan moet worden van een forse onzekerheidsbandbreedte. De methode is sterk afhankelijk van nauwkeurige en volledige gegevensaanlevering door de luchthavens. Daarom is het aan te bevelen dat de Nederlandse luchthavens jaarlijks een inventarisatie van het grondmaterieelpark en de inzet hiervan opmaken, zodat de emissies en toekomstige emissiereducties beter kunnen worden gemonitord. Aanvullende praktijkmetingen van emissies aan verschillende typen grondgebonden machines kunnen deze methode verder ondersteunen.
In deze studie zijn daarnaast verschillende verduurzamingsopties in kaart gebracht, die de milieu impact van grondmaterieel kunnen verminderen. Het verminderen van met name emissies van NOx
en PM kan middels het vervangen van machines door STAGE-V varianten, of het retrofitten van machines. Om ook CO2-emissie te reduceren en volledig emissievrij te worden, zijn er verschillende opties om te elektrificeren: met een vaste netaansluiting of met een (verwisselbaar) accupakket. Bij een stapsgewijze overgang naar elektrisch grondmaterieel is het zaak om rekening te houden met de eigenschappen (m.n. motorvermogen) en inzet van de machines.
Topics
TNO Identifier
986472
Publisher
TNO
Collation
39 p.
Place of publication
Utrecht