DIS 3.0 Zuid-Holland lagen- en Voxelmodellering
report
Het Delfstoffen Informatie Systeem (DIS) is een beleidsondersteunend model ontwikkeld door TNO en Deltares op initiatief van Rijkswaterstaat. Dit DIS geeft inzicht in het dieptebereik waarbinnen zand ligt, laat zien of er veen- dan wel kleilagen in de bodem zitten en toont hoeveel slib en schelpen in het zand zijn bijgemengd. DIS 3.1 offshore Zuid-Holland is na DIS 3.0 offshore Zeeland het tweede gebied dat tot stand is gekomen volgens de DIS 3 methodiek, waarbij een lagenmodel ten grondslag ligt aan het voxelmodel en de daaruit afgeleide winbaarheidsgrids. De resolutie van het voxelmodel is 200 x 200 x 0,5 m. Het voxelmodel is daarom vooral te gebruiken om inzicht te krijgen in regionale trends. Bij de ontwikkeling van DIS offshore Zuid-Holland zijn ten opzichten van DIS offshore Zeeland enkele belangrijke verbeteringen doorgevoerd. Tijdens de kartering zijn de opgedane inzichten direct verwerkt in de boorinterpretatie; hierdoor komen beide databronnen meer overeen en wordt de modelonzekerheid verkleind. De interpolatiemethodiek van de lagenmodellering is verder verfijnd om met name dunne stoorlagen optimaal in kaart te brengen. De storende imprint van de huidige bathymetrie in de dieper liggende laaggrenzen is weggefilterd, en vroeg-holocene afzettingen dunner dan 0,5 m zijn kunstmatig verdikt waardoor deze belangrijke stoorlaag niet uit het model verdwijnt waar de minimumdikte van eén voxel niet wordt bereikt. De lithoklasse ‘zand matig grof tot zeer grof’ is opgesplitst in twee klassen: ‘zand matig grof’ en ‘zand zeer grof’. De opbouw van het geologisch lagenmodel lijkt sterk op die van DIS offshore Zeeland en bestaat uit de hoofdeenheden Southern Bight, Formatie van Naaldwijk, Formatie van Nieuwkoop - Basisveen Laag en de gezamenlijke pleistocene afzettingen. Er zijn twee nieuwe modeleenheden geïntroduceerd; 1) Antropogene Ophogingen, 2) Formatie van Naaldwijk - Laagpakket van Zandvoort. De grootste impact van deze lagen is dat ze voorkomen dat het fijne materiaal behorend bij deze afzettingen in de omliggende eenheden gemodelleerd wordt en zo de winbaarheidseigenschappen daarvan ten onrechte verslechtert. Hiermee komt het totaal aantal lagen in het lagenmodel op zes. Voor de uit het voxelmodel afgeleide winbaarheidsgrids is één scenario (voormalige scenario B2: minimumdikte stoorlaag 0,5 m; lithologie klei, leem of veen) gekozen en is de winbaarheid voor meerdere dieptebereiken bepaald. DIS offshore Zuid-Holland is niet alleen modeltechnisch maar ook geologisch inhoudelijk een verbetering ten opzichte van de voorgaande DIS-modellen. De geleerde lessen worden weer meegenomen in de modellering van het volgende gebied.
Topics
TNO Identifier
980936
Publisher
TNO
Collation
37 p.
Place of publication
Utrecht