Typologiegebaseerde beoordeling van de veiligheid bij aardbevingen in Groningen - Achtergrond bij de methode

In opdracht van het ministerie van EZK heeft TNO een methode ontwikkeld voor het beoordelen van de veiligheid van gebouwen in Groningen met betrekking tot aardbevingen. Deze methode beoordeelt de veiligheid aan de hand van vooraf gedefinieerde gebouwtypologieën. Nadat een gebouw is toegedeeld aan een typologie kan snel worden bepaald of dat gebouw voldoende veilig is. Als dat niet het geval is zijn eventueel versterkingsmaatregelen nodig. De beoordelingsmethode is gebaseerd op een onderverdeling van gebouwen in zogeheten typologieën. Een typologie is een verzameling gebouwen met dezelfde seismische kenmerken. De veiligheidsbeoordeling gebeurt aan de hand van de eigenschappen van deze typologieën en de methode ontleent daaraan de naam typologieaanpak. Dit rapport beschrijft de typologieaanpak.
De typologieaanpak omvat de volgende elementen:

1: Definitie en omschrijving van typologieën.
2: Een proces aan de hand waarvan een gebouw kan worden toegedeeld aan een
typologie, of op basis waarvan kan worden vastgesteld dat het niet typologisch
kan worden beschouwd.
3: Een risicoberekening op typologieniveau, rekening houdend met de seismische
dreiging in Groningen, en rekening houdend met de sterkte eigenschappen en
hun variaties binnen een typologie.
4: Presentatie van de risicoberekening in de vorm van een vlekkenkaart, waarmee
per typologie direct kan worden bepaald waar deze afhankelijk van de locatie in
de provincie Groningen wel of niet aan de veiligheidsnorm voldoet.

Punten 1 en 2 zijn uitgebreid omschreven in TNO rapport 2021 R11002 [TNO, 2021b] en worden in dit rapport alleen samengevat. Punten 3 en 4 worden wel uitgebreid besproken in voorliggend rapport.
In de risicoberekening wordt gebruik gemaakt van sterktemodellen voor de typolo gieën die adequaat de eigenschappen van de typologieën beschrijven, inclusief de binnen een typologie aanwezige variaties. Bij de definities en uitwerking van deze sterktemodellen is gebruik gemaakt van uit andere onderzoeken beschikbare, voor de aanpak geschikte, berekeningen alsmede in het kader van de ontwikkeling van de typologieaanpak door TU Delft uitgevoerde variatiestudies. In de vertaling van deze berekeningsresultaten naar de in de risicoberekening toegepaste modelinstellingen is een aantal stappen doorlopen door TNO en TU Delft. Naar aanleiding van de resultaten van TNO en TU Delft heeft het ACVG de methode beoordeeld en aanwijzingen geformuleerd ten behoeve van de implementatie van de methode in de praktijk.
De resultaten van de risicoberekeningen worden per typologie in de vorm van een kaart opgeleverd. In deze kaart zijn de locaties ingekleurd waar de typologie niet aan de veiligheidsnorm voldoet. Deze kaarten worden de vlekkenkaarten genoemd.
De uitwerking van de eigenschappen en de gebruikte modelinstellingen voor de beoordeling van de typologieën zijn beschreven in aanvullende rapportages, die specifiek zijn voor de betreffende typologieën.