Ruimtelijke effecten van de energietransitie: casus Haven Rotterdam ; TNO Rapport
report
Nederland heeft zich gecommitteerd aan de afspraken van het klimaatakkoord van Parijs om de klimaatverandering te beperken. Daarvoor is een zeer drastische vermindering van CO2 -uitstoot nodig. De hiervoor benodigde energietransitie vraagt aanpassingen van zowel overheid als marktpartijen om naar een toekomstbestendige samenleving te komen. Het Havenbedrijf Rotterdam werkt samen met het bedrijfsleven in de haven en de overheid aan een toekomstbestendige haven. Een haven waar bedrijven nu en in de toekomst kunnen floreren en zorgen voor inkomsten en banen. En dat alles met een zo minimaal mogelijke impact op het klimaat en de natuur. Om dit te realiseren moet de haven ruimte beschikbaar maken om haar waarde te blijven behouden tijdens de energietransitie en bedrijvigheid opschalingskansen te bieden. De ruimte in de Rotterdamse haven wordt echter schaarser door uitgifte en uitgiftevraag. Daarnaast hebben de huidige petrochemische bedrijven ruimte nodig om te kunnen verduurzamen en vraagt nieuwe clustervorming (denk aan productie, import en opslag van E-fuels en aanlanding windenergie) om veel ruimte, die nu niet beschikbaar is. Deze ruimtelijke uitdaging vraagt om een geïnformeerde strategische aanpak voor nu en in de toekomst. Om tot een dergelijke geïnformeerde strategische aanpak te komen heeft het havenbedrijf behoefte aan een verkennend onderzoek naar het ruimtevraagstuk dat ontstaat rondom de energietransitie. SmartPort heeft daartoe TNO gevraagd om onderstaande vraag te beantwoorden: Wat zijn de ruimtelijke gevolgen van de energietransitie in de Rotterdamse haven in de komende 30 jaar? Met andere woorden: hoe gaat de ruimte(vraag) zich ontwikkelen en waar is behoefte aan? Om deze gevolgen te duiden zijn eerst door Clingendael International Energy Program (CIEP) interviews met bedrijven gehouden, gericht op te verwachten ontwikkelingen als gevolg van de energietransitie, waarbij de focus ligt op het huidige petrochemische cluster en nieuwe clusters rondom brand- en grondstoffen. Deze interviews vormen een startpunt voor de ontwikkeling van een model dat een inzichtelijk beeld geeft van de verandering in de vraag naar hectares (voor greenfield, brownfield en infrastructuur) door de tijd (2020, 2030, 2040, 2050). Deze stap is een eerste verkenning van de mogelijke toekomstige ruimtevraag. In vervolgonderzoek zullen de resultaten verder geconcretiseerd worden
TNO Identifier
957384
Publisher
TNO
Collation
36 p.