De prevalentie van kindermishandeling in Nederland: het belang van nauwkeurige schattingen: een repliek
article
In het eerste nummer van Kind en Adolescent dat dit jaar op de (digitale) deurmat viel, schreven Van der Put en Assink (2017) over de Nationale Prevalentiestudie Mishandeling van kinderen en jeugdigen (NPM). Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) heeft ons, namens het ministerie van Veiligheid en Justitie, de opdracht gegeven om de derde editie van deze informantenstudie uit te voeren, zodat hij vergelijkbaar is met de eerdere twee studies in deze reeks (Alink et al. 2011; IJzendoorn et al. 2007). Het gaat dan in eerste instantie om het berekenen van de jaarprevalentie, dus hoe vaak kindermishandeling voorkomt in één jaar tijd (niet te verwarren met incidentie, waarbij het gaat om het aantal nieuwe gevallen). Van der Put en Assink plaatsen een aantal bedenkingen bij de methodologie van de NPM. Wij stellen het op prijs dat er kritisch met ons wordt meegedacht over methodologische kwesties en gaan graag in op de punten die Van der Put en Assink noemen.
TNO Identifier
782236
Source
Kind en Adolescent, 38(4), pp. 264-267.
Pages
264-267
Files
To receive the publication files, please send an e-mail request to TNO Repository.