Plan van aanpak evaluatie ITS Corridor

report
In 2013 hebben de ministers van Duitsland, Oostenrijk en Nederland een MoU ondertekend om op de corridor Rotterdam – Frankfurt – Wenen een begin te maken met de realisatie van coöperatieve diensten. Het doel van het project is om zodanige ervaring met de uitrol van coöperatieve diensten op te doen, dat het inzichten geeft voor het verdere beleid daarvoor en een basis legt voor de bijbehorende investeringsstrategie. De eerste diensten die op de corridor worden gerealiseerd zijn:
· Road Works Warning (RWW); het waarschuwen voor wegwerkzaamheden;
· Probe Vehicle Data (PVD); het verzamelen van gegevens uit sensorvoertuigen voor een betere informatievoorziening voor verkeersmanagement of eventuele andere doeleinden.

Aan DITCM is gevraagd een plan van aanpak te schrijven voor de evaluatie van deze diensten die worden gerealiseerd op de ITS Corridor. Deze evaluatie gaat zowel over verwachte effecten op doorstroming en veiligheid als over gebruikerservaringen, leerervaringen voor het (toekomstig) proces en de evaluatie van de werking van de techniek. Voor het opstellen van het plan van aanpak is gebruik gemaakt van de FESTA methodiek. Aanbevolen wordt om bij de aanbesteding van het evaluatieplan de FESTA methodiek eveneens als evaluatiekader voor te schrijven. Uitgangspunt voor het onderliggende plan van aanpak was het bronzen scenario uit het ITS Corridor projectplan (concept 2.1, 6 augustus 2013).

Omdat de ITS Corridor een uitrolproject is, zal de evaluatie zoveel mogelijk de 'naturalistic approach' volgen. Hierbij gebruiken wegbestuurders de diensten in hun voertuig tijdens dagelijkse ritten. Er wordt verondersteld dat de data uit de diensten RWW en PVD door de automobielindustrie ter beschikking worden gesteld en in de evaluatie kunnen worden gebruikt. De ITS Corridor werkt in basis zonder gebruik te maken van aanvullende apparatuur in de voertuigen.

De verwachting is dat de effecten van de aangeboden diensten op doorstroming en verkeersveiligheid beperkt tot zeer beperkt zijn.

In het Europese project DRIVE C2X vindt een gedetailleerde verkeerskundige- en veiligheidsevaluatie en analyse plaats van de effecten van verschillende in-car diensten, waaronder ook RWW (in DRIVE C2X wordt het proces niet geëvalueerd, wel wordt een beperkt gebruikersonderzoek uitgevoerd). Nederland wil zo veel mogelijk gebruik maken van deze resultaten en met hulp van modellering de potentiele effecten van de RWW-dienst beter in kaart brengen. Ten tijde van het schrijven van dit plan van aanpak waren de resultaten uit DRIVE C2X nog maar in beperkte mate beschikbaar. Wel zijn de ervaringen bij de opzet van de evaluatie van DRVE C2X opgenomen in dit rapport.

Ten aanzien van de technische werking van beide diensten is het voorstel om dit zo veel mogelijk door de industrie te laten aantonen. Daarbij kan Rijkswaterstaat uiteraard dit zelf nog aanvullend toetsen door met een of enkele geïnstrumenteerde voertuigen te werken (bijv. dienstwagens).

Voor de besluitvorming over de verdere uitrol van coöperatieve ITS diensten is inzicht in de werking ervan belangrijk. Het plan van aanpak geeft daarom ook uitgebreid aandacht aan een goede procesevaluatie.

De twee diensten die in de ITS Corridor worden aangeboden hebben een verschillend karakter wat zich door vertaalt in verschillende nadruk in de evaluatieaanpak. Road Works Warning biedt de automobilist informatie waar deze op kan handelen. Hierbij geldt dat er veel waarde voor het project is te behalen door het uitvoeren van een goed gebruikersevaluatieonderzoek. Mogelijk kan een dergelijk onderzoek ook voorafgaand aan het project uitgevoerd worden om het nut van de RWW dienst verder te vergroten. Voor RWW zijn onderzoeksvragen en hypothesen opgesteld en geprioriteerd. De vragen zijn ingedeeld naar strategisch (reisgedrag, intentie tot gebruik, betalingsbereidheid), tactisch (rijgedrag, aandacht, acceptatie) en operationeel (techniek, besturen).

Voor PVD wordt er data vanuit het voertuig aan de wegkantsystemen gestuurd. Hierbij is het vooral van belang om met de automobielindustrie te bespreken welke data beschikbaar komt, vervolgens met bijvoorbeeld service providers te bepalen welke diensten hiermee gerealiseerd kunnen worden en welke kostenbesparing dit op den duur voor Rijkswaterstaat kan opleveren. In dit rapport is ook aandacht voor de benodigde gegevens om uiteindelijk ook een goede business case te kunnen opstellen.

Primair kan men voor de evaluatie van zowel de RWW als de PVD dienst volstaan met data die via de PVD worden verzameld aangezien beide diensten tegelijktijdig in de voertuigen worden ingebouwd. Voorwaarde is wel dat GPS data op een voldoende gedetailleerd niveau wordt vrijgegeven. Voor enkele onderzoeksvragen zijn (eventueel) aanvullende loggegevens nodig en een geïnstrumenteerd voertuig om de mate van afleiding van de dienst op de bestuurder te bepalen. Een deel van deze aanvullende gegevens kan door derden worden aangeleverd c.q. aangetoond. Bij het opstellen van dit evaluatieplan is gewerkt met de meest recente versie van het ITS Corridorplan en is een aantal aannames gemaakt rondom de werking van het systeem. Bijstellen van dit opgestelde plan nodig als:
· De diensten RWW en PVD duidelijker gedefinieerd zijn;
· Duidelijk is welke data de automobielfabrikanten zullen leveren;
· Het bronzen scenario in de ITS Corridor wordt losgelaten;
· Samenwerking tussen Nederland, Duitsland en Oostenrijk op het gebied van evaluatie verder is vormgegeven.
TNO Identifier
563004
Publisher
TNO
Collation
50 p. (incl. bijlagen)
Place of publication
Soesterberg
Files
To receive the publication files, please send an e-mail request to TNO Repository.