Privacy beleving op het internet in Nederland

report
Dit rapport bevat de bevindingen van een survey onder een representatieve steekproef van de Nederlandse bevolking over de beleving van privacy op het internet. Deze beleving hebben we onderzocht aan de hand van een zevental factoren: persoonskenmerken, ervaringen, feitelijk gedrag, context, technologie, invloed & controle en awareness. Een privacybeleving blijkt van meerdere factoren en partijen afhankelijk te zijn.

Uit het onderzoek blijkt dat de Nederlandse bevolking veel belang hecht aan privacy en de bescherming van persoonsgegevens: 82,5% van de respondenten vindt dit belangrijk. Er worden ook concrete acties ondernomen om persoonsgegevens te beschermen, zoals het installeren van beschermende software (88,5%) of het aanpassen van profielinstellingen (68,4%). Tevens zijn veel mensen terughoudend in het delen van gegevens als het doel of de noodzaak daarvan niet geheel duidelijk zijn (respectievelijk 38,6% en 29,5%). Opvallend is dat mensen die veel maatregelen hebben getroffen om gegevens te beschermen, zoals beschermende software installeren, veel minder vaak navraag doen naar het verwerken van hun gegevens. De mogelijkheid tot controle en het gevoel van controle leiden dus tot meer vertrouwen in een zorgvuldige verwerking.

Hoewel er actief wordt geprobeerd controle te houden over persoonsgegevens, zijn er veel situaties waar dat lastig of onmogelijk is. Bijvoorbeeld doordat consumenten niet kunnen zien wie hun gegevens verzamelen. Zo zijn er commerciële partijen die met tracking tools persoonsgegevens verzamelen zonder dat consumenten dit weten. De Nederlandse bevolking heeft dan ook een negatieve houding ten opzichte van dergelijke technologieën. Daarnaast heeft men weinig vertrouwen in een goede omgang met persoonsgegevens door commerciële partijen, zoals webwinkels, sociale netwerksites, en ook goede doelenorganisaties (respectievelijk 58,4%, 74,8% en 50,5% heeft weinig tot zeer weinig vertrouwen). Overheidsorganisaties zoals de politie en de belastingdienst worden daarin meer vertrouwd (respectievelijk 45,5% en 43,2% heeft veel tot zeer veel vertrouwen).

Ondanks het gebrek aan vertrouwen, nemen mensen wel deel aan sociale netwerksites, onder andere omdat de omgeving daar om vraagt. Hier is dus sprake van peer pressure. Ook is er een groep internetgebruikers die weinig moeite heeft met het delen van persoonsgegevens in ruil voor een gratis dienst (17,4% voelt zich hierbij gemakkelijk en 44,9% neutraal). De privacy paradox bestaat: mensen zeggen privacy belangrijk te vinden, maar handelen er niet naar. Wel is gebleken dat in veel gevallen een afgewogen keuze wordt gemaakt over het delen van persoonsgegevens: de context waarin gegevens worden gedeeld en wat daar tegenover staat is van belang bij de keuze. Als alleen een commerciële partij er geld mee verdient, is er meer weerstand en worden er, indien mogelijk, geen gegevens gedeeld. In andere gevallen blijkt er echter geen keuze te zijn om het delen van gegevens te weigeren, omdat anders de dienst bijvoorbeeld niet toegankelijk is.
TNO Identifier
523802
Publisher
TNO
Collation
52 p.
Place of publication
Delft