Emissiefactoren van stof bij de op- en overslag van stortgoederen en emissiefactoren voor fijnstof

report
Wanneer stortgoederen worden verplaatst ontstaan als gevolg van díe verplaatsingen stofvormige emissies, welke onder invloed van de wind worden verspreid. Deze emissies ontstaan tevens wanneer deze stortgoederen vrij aan de lucht liggen opgeslagen. Het bepalen van de mate van die emissies heeft in het verleden niet erg systematisch plaatsgevonden. Weliswaar werden emissiefactoren gebruikt om de grootte van die emissies vast te stellen, de toepassing ervan was vaak niet éénduidig. Dit rapport geeft een richtlijn om te komen tot het kwantificeren van stofemissies bij de op- en overslag van stortgoederen. Uitgangspunt vormt hierbij de mate van stuifgevoeligheid zoals díe in het Handboek Modelvoorschriften Luchtverontreiniging (5.1) voor die stoffen wordt gegeven. Met name dient de richtlijn te worden toegepast voor de op- en overslag van steenkolen, ijzerertsen, bauxiet, cokes e.d. Hoewel ook stoffen als granen en graanderivaten, tapioca e.d. als stortgoederen zijn te beschouwen, worden de emissies van deze stoffen nog verkregen volgens emissiefactoren zoals díe in de Handleiding Emissieregistratie Deel III (5.2) zijn gegeven.
TNO Identifier
257238
Publisher
TNO
Collation
39 p. (excl. bijl.)
Place of publication
Apeldoorn