Compostering van groenafval (geen GFT-afval)

report
Het Nederlandse milieubeleid ten aanzien van geur staat beschreven in de Herziene
Nota Stankbeleid (mei 1994) [1]. In deze nota worden de industrie en bedrijven onderverdeeld
in een drietal categorieën. Voor bedrijven uit categorie-1 behorend tot
een homogene bedrijfstak waarbinnen de geuremissie per bedrijfvergelijkbaar is, kunnen
standaardmaatregelen worden ontwikkeld om daarmee de optredende geurbelasting
in de woonomgeving tot aanvaardbare proporties terug te brengen. Voor de korte
(1995) en middellange (2000) termijn worden kwaliteitsdoelstellingen vastgesteld.
Door middel van het ALARA (As Low As Reasonably Achievable)-principe en de bovengrens
voor de geurconcentratie wordt noodzakelijke emissiereductie voor de doelgroepen
gedefinieerd en vertaald naar maatregelen.
De benodigde emissiereductie wordt primair afgeleid volgens het ALARA- principe.
Volgens dit principe moet de emissie, zover als redelijkerwijs haalbaar is, worden teruggedrongen.
De restemissie mag in geen geval een hogere geurconcentratie in de
woon- en leefomgeving tot gevolg hebben dan de bovengrens van 10 ge/m3 als 98-percentielwaarde.
Boven die grens is altijd sprake van ernstige geurhinder. Tevens mag
er geen ernstige hinder optreden na het treffen van de maatregelen. Op basis van het
ALARA-principe wordt in feite een specifieke geurconcentratienorm voor de betreffende
situatie in de vergunning vastgelegd.
Topics
TNO Identifier
253892
Publisher
TNO
Collation
139 p.
Place of publication
Apeldoorn