Onderzoek toepasbaarheid van mest (gier) als reagens voor SNCR, fase 1

report
Bij de verbranding van huishoudelijk afval worden stikstofoxyden gevormd in concentraties die groter zijn dan toegestaan door de wettelijke eisen aan de emissies van afvalverbrandingsinstallaties. Een van de technieken om deze emissies te verlagen is reductie van NOx middels injectie van een NH3, bevattend reagens in de rookgassen in de vuurhaard bij temperaturen tussen 750 en 1000 C. Deze techniek, waarbij NOx tot N2 en water wordt gereduceerd, wordt aangeduid met Selective Non-Catalytic Reduction (SNCR). Uit experimenten bij een krachtcentrale in Duitsland is gebleken dat ook een afvalstof als mest als reagens zou kunnen dienen. Dit zou het voordeel hebben dat een schadelijke emissie (NOx) bestreden kan worden met een afvalstof (mest): in Nederland kampt men immers met een mestoverschotprobleem. Een bijkomend voordeel van gebruik van mest als reagens volgt uit het relatief brede temperatuurvenster, waarbij mest reactief is, hetgeen de bedrijfsvoering ten aanzien van de injectie flexibeler maakt dan voor reagentia met een relatief smal temperatuurvenster (zoals bijvoorbeeld NH3-oplossing). Om de mogelijkheden voor het gebruik van mest als reagens voor SNCR na te gaan is een onderzoeksprogramma opgezet. Dit programma is in verschillende fasen opgedeeld. De eerste fase bestaat uit een haalbaarheidsstudie op basis van de op dit moment beschikbare informatie. In dit rapport worden de resultaten van deze eerste fase weergegeven. De opdracht voor deze eerste fase is verleend door het Ministerie van VROM, en is uitgevoerd onder begeleiding van Novem, met medewerking van het Institut für Umweltverfahrenstechnik (TU Essen). De studie is voor een deel gebaseerd op de nieuwe AVl-Amsterdam. De gegevens die hiervoor benodigd waren, zijn door AVl-Amsterdam ter beschikking gesteld, en betreffen gegevens uit de ontwerpfase.
TNO Identifier
253465
Publisher
TNO
Collation
88 p.
Place of publication
Apeldoorn