Evaluatie prenatale huisbezoeken JGZ ZonMw-project in het kader van programma ’Vernieuwing uitvoeringspraktijk jeugdgezondheidszorg’
report
Deze rapportage geeft de resultaten weer van de evaluatie van het aanbod van prenatale huisbezoeken door de jeugdverpleegkundige (PHB-JGZ). In een aantal regio’s bestaat de mogelijkheid om al tijdens de zwangerschap,meestal op indicatie van de verloskundige zorgverlener, prenatale huisbezoeken bij de jeugdgezondheidszorg (JGZ) aan te vragen in verband met psychosociale problemen of risicofactoren bij aanstaande ouders. De jeugdverpleegkundige verheldert de problemen samen met de aanstaande ouders, motiveert voor en verwijst naar hulp, adviseert, geeft voorlichting en lichte (opvoedings)ondersteuning – met als doel een optimale start voor de baby te bevorderen. In het kader van het ZonMw-programma ‘Vernieuwing uitvoeringspraktijk van de jeugdgezondheidszorg’ is in 2011 en 2012 een formatieve evaluatie uitgevoerd van dit aanbod in twee regio’s: de Achterhoek (JGZ Yunio) en de regio Helmond (JGZ De Zorgboog). Door registraties, vragenlijsten en focusgroepen en interviews is onderzocht hoe vaak PHB-JGZ in de twee regio’s zijn uitgevoerd, hoe deze verlopen zijn, wat daarbij bevorderende en belemmerende factoren waren en hoe cliënten, eerstelijns verloskundigen en jeugdverpleegkundigen het aanbod hebben ervaren. De resultaten hebben geleid tot aanbevelingen die regionaal van toepassing zijn en tot aanbevelingen voor landelijk beleid en mogelijke implementatie van PHB-JGZ. Hoewel in de twee onderzoeksregio’s het gemiddelde jaarlijkse aantal van 35 cases voor PHB-JGZ achterbleef bij de verwachtingen, ervoeren alle betrokkenen het aanbod daar waar het daadwerkelijk werd uitgevoerd, als een goed concept. PHB-JGZ hebben meerwaarde volgens cliënten omdat zij de jeugdverpleegkundige al voor de geboorte leren kennen en samen met haar bekijken wat er nodig is voor een goede start met de baby. Cliënten zeggen zich door de PHB-JGZ “beter in hun vel te voelen” en “beter voorbereid te zijn op het ouderschap”, ook vinden zij de gegeven adviezen bruikbaar. Jeugdverpleegkundigen vonden de meerwaarde van PHB-JGZ dat zij voor de geboorte al vertrouwen kunnen opbouwen met kwetsbare aanstaande gezinnen, tijdig problemen kunnen onderkennen en samen naar oplossingen kunnen zoeken. Tot slot ervoeren de verloskundigen voordeel van de PHB-JGZ doordat zij ontlast worden van de zorg rond psychosociale problemen in aanstaande gezinnen. De geboortezorg wordt volgens hen daarmee “meer totaal”. Zowel verloskundigen als jeugdverpleegkundigen (en hun management) zien PHB-JGZ als aanvullend op ieders individuele taak bij de zorg rond de geboorte. Voor kwetsbare gezinnen sluiten de prenatale en postnatale zorg naadloos op elkaar aan en kan er zodoende continuïteit geboden worden. Prenatale ondersteuning van kwetsbare (aanstaande) gezinnen levert zeer waarschijnlijk gezondheidswinst op (zie ook; Felitti, 1998; Olds, 1997) en is mogelijk ook kosteneffectief doordat grotere schade die anders waarschijnlijk pas (ver) na de geboorte wordt gesignaleerd, voorkomen wordt. Aanbevolen wordt om de implementatie van PHB-JGZ landelijk te stimuleren. Daarbij dient duurzaam geïnvesteerd te worden in de relatie tussen JGZ en verloskunde (zowel eerste- als tweedelijns) en andere netwerkpartners zoals MEE en GGZ. Het is onder andere aan te bevelen om samenwerking te zoeken met de ROS (regionale ondersteuningsstructuur eerstelijnszorg) en regionaal VSV-plus (verloskundig samenwerkingsverband). Ter ondersteuning kan overwogen worden om verloskundigen te scholen in het signaleren (met een signaleringsinstrument) en het bespreekbaar maken van psychosociale onderwerpen met cliënten. Lokale zorgnetwerken kunnen meer open worden voor -9 maanden-cases. Ondersteunend is het ook wanneer het aanbod PHB-JGZ wordt opgenomen in het Basispakket JGZ. Dit sluit aan bij de gemeentelijke regie, via onder andere de CJG’s (Centra voor Jeugd & Gezin), ten aanzien van de preventie voor jeugd vanaf -9 maanden. Daarbij hoeft het aanbod PHB-JGZ niet aangeboden te worden aan alle zwangeren of alle eerste zwangerschappen (universele preventie). Na signalering door, met name, de eerste- en tweedelijns verloskundige kan het aanbod PHB-JGZ op indicatie worden ingezet (selectieve en geïndiceerde preventie.
TNO Identifier
472488
Publisher
TNO
Collation
102 p.
Place of publication
Leiden