n.v.t.
article
De Europese luchtkwaliteitsrichtlijn biedt de mogelijkheid om bij de toetsing aan de uchtkwaliteitseis voor PM10 de bijdrage van natuurlijke componenten buiten beschouwing te laten. Dit maakt een onderbouwde schatting van de hoeveelheid zeezout in fijn stof (PMo) van belang. In 2005 maakten RIVM, TNO en MNP een schatring van de hoeveelheid zeezout in PM10, zowel jaargemiddeld als op dagen met etmaaloverschrijdingen.2 Dit heeft ertoe geleid dat in Nederland bij toetsing van de jaargemiddelde concentratie 3-7 pg/m3 buiten bechouwing mag worden gelaten. Bij het toetsen op het aantal dagen boven de 50 pg/m3 mogen in Nederland zes dagen buiten beschouwing worden gelaten (Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007). Deze schatting was gebaseerd op de toen beschikbare chloridemetingen van low volume samplers (LVS)-filters. Het was bekend dat de onzekerheid in de schatting fors was (naar schatting 50%). Metingen van natrium geven een betere inschatting van de zeezoutconcentraties. Daarom wordt sinds het uitbrengen van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit het natriumgehalte in PM10 gemeten op zes locaties van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML)van het RIVM. Deze meetinformatie is nu beschikbaar voor de jaren 2008-2010 en maakt het mogelijk de huidige regeling te evalueren en bij te stellen.
TNO Identifier
820878
Source
Tijdschrift Lucht(4), pp. 28-28.
Publisher
ECN
Collation
1 p.
Place of publication
Petten
Pages
28-28
Files