Bepaling van de Healingscapaciteit van een asfaltmengsel
conference paper
In de shift-factor van 4 die wordt gebruikt in de Ontwerp Specificaties van Rijkswaterstaat zit onder andere het effect van de zelf-healing capaciteit van asfalt ten gevolge van rustperioden in de belasting die in de praktijk wel en in laboratorium proeven voor vermoeiing niet aanwezig zijn. De grootte van deze factor is bepaald aan de hand van praktijkervaringen met asfalt met straight-run bitumen van een beperkte range aan penetraties, meestal 40/60 en 70/100.
Tegenwoordig wordt een grote variatie aan chemisch en polymeer gemodificeerde en harde bindmiddelen gebruikt. Dit roept vragen op met betrekking tot de voor deze mengsels te hanteren shift-factor. In de ontwerp specificaties wordt op het moment een interpolatie tabel gehanteerd, waarbij de shift-factor afhankelijk is van het bitumen percentage en de bitumenhardheid. Dit zijn de parameters die van oudsher van invloed worden geacht op de healingscapaciteit.
In dit onderzoek, dat is uitgevoerd door InfraQuest in samenwerking met BAM-wegen en begeleid door VBW-asfalt, wordt gekeken of de in Nederland gebruikelijke vermoeiingsproef door het toepassen van rustperioden ook gebruikt kan worden om de healingscapaciteit van een mengsel vast te stellen. De combinatie met vermoeiing is van belang omdat zowel vermoeiingsweerstand als healing een rol spelen in het wegontwerp en beide parameters daarom bij voorkeur onder vergelijkbare omstandigheden bepaald kunnen worden. Om dit te bepalen wordt gekeken naar twee mengsels die alleen in de penetratie van hun bitumen (10/20 en 70/100) verschillen. In eerste instantie wordt gebruik gemaakt van modellen om het gedrag te beschrijven, maar dit blijkt niet goed reproduceerbaar te zijn. Een directe benadering op grond van de meetdata lijkt beter te werken, maar de verschillen tussen beide mengsels zijn veel kleiner dan verwacht. Op het moment lopen proeven om te bepalen of dit een proef-effect of een materiaal-effect is.
Tegenwoordig wordt een grote variatie aan chemisch en polymeer gemodificeerde en harde bindmiddelen gebruikt. Dit roept vragen op met betrekking tot de voor deze mengsels te hanteren shift-factor. In de ontwerp specificaties wordt op het moment een interpolatie tabel gehanteerd, waarbij de shift-factor afhankelijk is van het bitumen percentage en de bitumenhardheid. Dit zijn de parameters die van oudsher van invloed worden geacht op de healingscapaciteit.
In dit onderzoek, dat is uitgevoerd door InfraQuest in samenwerking met BAM-wegen en begeleid door VBW-asfalt, wordt gekeken of de in Nederland gebruikelijke vermoeiingsproef door het toepassen van rustperioden ook gebruikt kan worden om de healingscapaciteit van een mengsel vast te stellen. De combinatie met vermoeiing is van belang omdat zowel vermoeiingsweerstand als healing een rol spelen in het wegontwerp en beide parameters daarom bij voorkeur onder vergelijkbare omstandigheden bepaald kunnen worden. Om dit te bepalen wordt gekeken naar twee mengsels die alleen in de penetratie van hun bitumen (10/20 en 70/100) verschillen. In eerste instantie wordt gebruik gemaakt van modellen om het gedrag te beschrijven, maar dit blijkt niet goed reproduceerbaar te zijn. Een directe benadering op grond van de meetdata lijkt beter te werken, maar de verschillen tussen beide mengsels zijn veel kleiner dan verwacht. Op het moment lopen proeven om te bepalen of dit een proef-effect of een materiaal-effect is.
TNO Identifier
487466
Article nr.
Paper 52
Source title
CROW Infradagen. Thema: Asfalt veroudering, hergebruik en healing
Pages
1-13
Files
To receive the publication files, please send an e-mail request to TNO Repository.