Pilot Schoolcoach
report
Sinds september 2011 wordt in de gemeente Den Haag op twee basisscholen gewerkt met de functie ‘schoolcoach’. Het betreft de uitwerking van het Amerikaanse concept 'family coach'. De gemeente formuleerde het doel van de schoolcoach als ‘een preventieve relatie onderhouden met ouders die bijdraagt aan het tijdig signaleren en wegnemen van belemmeringen die de ‘onderwijsontwikkeling’ van het kind in de weg kunnen staan, in samenwerking met daartoe aangewezen instanties’. De uitvoering van de functie schoolcoach is in handen van Stichting Zebra Welzijn. Op verzoek van de gemeente Den Haag voerde TNO in samenwerking met de Academische Werkplaats Publieke Gezondheid - jeugd Noordelijk Zuid-Holland (AWP-j) een procesevaluatie uit voor de Pilot Schoolcoach. Doel was om de Pilot Schoolcoach te professionaliseren met een theoretisch basis en praktische handvatten te geven voor het inpassen ervan in de huidige ontwikkelingen in het onderwijs en beleid rond zorg voor jeugd. Allereerst is een quick scan uitgevoerd van relevante literatuur naar achterliggende modellen en concepten. De functie schoolcoach sluit aan bij het theoretische kader van het bio-ecologisch model, waarin de opvoeding van kinderen wordt gezien als een gezamenlijke verantwoordelijkheid van thuis, school en bredere gemeenschap. De schoolcoach past in dit model doordat zij de verbinding tussen leerkracht, klas / school, ouders en ouders onderling faciliteert en bevordert. Als tweede sluit de schoolcoach aan bij het concept ouderbetrokkenheid; de mate waarin ouders betrokken zijn bij hun kind, de school en bredere omgeving is van invloed op de schoolprestaties van hun kind. Op de derde plaats blijkt de manier van werken van de schoolcoach gestoeld op een oplossingsgerichte benadering. Ten slotte kenmerkt het werk van de schoolcoach zich door het outreachende karakter en een hoge mate van eigen beheer en controle. Vervolgens zijn de eerste praktijkervaringen met de inzet van schoolcoaches op de twee basisscholen in Den Haag in kaart gebracht. De gegevens zijn verzameld via zeventien semigestructureerde interviews, analyse van de registraties in week- en maandstaten, en overleg met de adviesgroep. De waardering voor de schoolcoach is in het algemeen groot. De schoolcoach blijkt op de pilot scholen in een belangrijke behoefte te voorzien. De meerwaarde is de combinatie van: meer tijd beschikbaar, laagdrempelig aanspreekpunt, los van school maar toch ín de school, er zijn vóór de ouders, preventief/proactief werken, ontlasten van leerkrachten en intern begeleider, het helpen van de ouders bij het vinden en organiseren van hulpverlening voor kleine én grotere problemen. Als aandachtspunten worden gesignaleerd: de overlap van de taken van de schoolcoach met die van bijvoorbeeld de schoolmaatschappelijk werker en de oudercoördinator en met het overig aanbod in de wijk; het aantal ouders dat wordt bereikt; het beperkte aantal huisbezoeken dat wordt gebracht; de verschillende registratiesystemen en de beperkingen van deze systemen; de omgang met privacy van leerlingen en ouders. Aan het einde van het rapport worden dertien aanbevelingen gegeven (paragraaf 4.3). Deze aanbevelingen concentreren zich op: het beter omschrijven van de doelen en taken van de functies schoolcoach, schoolmaatschappelijk werker en oudercoördinator; het overwegen om functies te combineren; het uitwerken van het concept ouderbetrokkenheid; het versterken van het proactieve, outreachende karakter van de functie; en het verbeteren van het registratiesysteem. Bij voortzetting en eventuele uitbreiding van het project schoolcoach kan de meerwaarde worden uitgebouwd wanneer rekening wordt gehouden met deze aanbevelingen.
Topics
TNO Identifier
469168
Publisher
TNO
Place of publication
Leiden