Middelen tegen bewegingsziekte : effectiviteit en veiligheid
article
Inleiding
Een aanzienlijk aantal militaire leerling-vliegers krijgt in de loop van de opleiding last van bewegingsziekte tijdens trainingsvluchten. Voor een aantal leerlingen is het probleem zo ernstig, dat zij een desensitisatiebehandeling moeten ondergaan. Wanneer het zou lukken de symptomen m.b.v. anti-bewegingsziektemiddelen te reduceren, zouden 1) mogelijk meer
leerlingen door gewenning tijdens de vlieglessen van dit probleem kunnen afkomen en 2) zou mogelijk het rendement van een
desensitisatiebehandeling verhoogd kunnen worden.
Dit onderzoek heeft als doel middelen te selecteren, die 1) het meest effectief zijn tegen bewegingsziekte van leerling-vliegers tijdens vlieglessen, waarbij een goede vliegprestatie gewaarborgd moet zijn en 2) middelen te selecteren, die het meest effectief zijn om gebruikt te worden tijdens een desensitisatiebehandeling, teneinde het resultaat daarvan te optimaliseren.
Methode
Analyse van de relevante literatuur over de beschikbare farmacologische en alternatieve middelen, beschikbaar in de Medline-, TNO- en NASAdatabases.
Resultaten en conclusies
Voor gebruik door actieve leerling-vliegers komen géén van de historisch aanbevolen geneesmiddelen in aanmerking, omdat ze bijwerkingen kunnen hebben die kunnen interfereren met de optimale uitvoering van vliegtaken. Een aantal van deze middelen kan echter wel gebruikt worden om het resultaat te verbeteren van desensitisatie. Daarbij is het optreden van bijwerkingen minder kritisch. Voor dit doel is 0.3 mg scopolamine waarschijnlijk het meest geschikt. Daarbij zou tijdens de behandeling deze medicatie langzaam afgebouwd moeten worden om een terugval tegen te gaan. Toekomstig onderzoek zal moeten uitwijzen of door toediening van scopolamine de habituatie aan de bewegingsziektestimuli inderdaad versneld wordt en of er geen terugval optreedt na het staken van de medicatie.
M.b.t. alternatieve middelen, concluderen we dat 1-2 g gemberpoeder en acupressuur/electrostimulatie op punt P6 mogelijk aantrekkelijke alternatieven zijn voor actieve leerling-vliegers, maar dat er nog onderzoek verricht moet worden om de effectiviteit bij bewegingsziekte afdoende aan te tonen. Mogelijk komen ook de tweede-generatie antihistaminica, zoals loratadine en fexofenadine voor deze groep in aanmerking, doch daarvoor moet eerst de effectiviteit van deze middelen bij bewegingsziekte worden onderzocht.
Een aanzienlijk aantal militaire leerling-vliegers krijgt in de loop van de opleiding last van bewegingsziekte tijdens trainingsvluchten. Voor een aantal leerlingen is het probleem zo ernstig, dat zij een desensitisatiebehandeling moeten ondergaan. Wanneer het zou lukken de symptomen m.b.v. anti-bewegingsziektemiddelen te reduceren, zouden 1) mogelijk meer
leerlingen door gewenning tijdens de vlieglessen van dit probleem kunnen afkomen en 2) zou mogelijk het rendement van een
desensitisatiebehandeling verhoogd kunnen worden.
Dit onderzoek heeft als doel middelen te selecteren, die 1) het meest effectief zijn tegen bewegingsziekte van leerling-vliegers tijdens vlieglessen, waarbij een goede vliegprestatie gewaarborgd moet zijn en 2) middelen te selecteren, die het meest effectief zijn om gebruikt te worden tijdens een desensitisatiebehandeling, teneinde het resultaat daarvan te optimaliseren.
Methode
Analyse van de relevante literatuur over de beschikbare farmacologische en alternatieve middelen, beschikbaar in de Medline-, TNO- en NASAdatabases.
Resultaten en conclusies
Voor gebruik door actieve leerling-vliegers komen géén van de historisch aanbevolen geneesmiddelen in aanmerking, omdat ze bijwerkingen kunnen hebben die kunnen interfereren met de optimale uitvoering van vliegtaken. Een aantal van deze middelen kan echter wel gebruikt worden om het resultaat te verbeteren van desensitisatie. Daarbij is het optreden van bijwerkingen minder kritisch. Voor dit doel is 0.3 mg scopolamine waarschijnlijk het meest geschikt. Daarbij zou tijdens de behandeling deze medicatie langzaam afgebouwd moeten worden om een terugval tegen te gaan. Toekomstig onderzoek zal moeten uitwijzen of door toediening van scopolamine de habituatie aan de bewegingsziektestimuli inderdaad versneld wordt en of er geen terugval optreedt na het staken van de medicatie.
M.b.t. alternatieve middelen, concluderen we dat 1-2 g gemberpoeder en acupressuur/electrostimulatie op punt P6 mogelijk aantrekkelijke alternatieven zijn voor actieve leerling-vliegers, maar dat er nog onderzoek verricht moet worden om de effectiviteit bij bewegingsziekte afdoende aan te tonen. Mogelijk komen ook de tweede-generatie antihistaminica, zoals loratadine en fexofenadine voor deze groep in aanmerking, doch daarvoor moet eerst de effectiviteit van deze middelen bij bewegingsziekte worden onderzocht.
TNO Identifier
22030
Source
Nederlands militair geneeskundig tijdschrift, 61(mei), pp. 77 - 90.
Pages
77 - 90