Jeugd in beweging: de gezondheidseffecten van lichamelijke activiteit
article
Dit artikel beschrijft de lichamelijke (in)activiteit van de jeugd in Ne­derland, geeft een overzicht van de in de literatuur beschreven effeten van lichamelijke activiteit op de gezondheid en de op basis daar van opgestelde richtlijnen. De sportparticipatie in de leeftijdsgroep van 10-14 jarigen is met 60% het hoogst van alle leeftijdsgroepen, waarna een duidelijke daling optreedt. Voor de jeugd is de wetenschappelijke onderbouwing nog niet voldoende om eenduidige uitspraken te kunnen doen over de gezondheidseffecten van lichamelijke inacitiviteit op lange termijn. Wel is er inmiddels voldoende aanleiding om te veronderstellen dat de gezondheid gebaat is bij voldoende lichamelijke activiteit op jonge leeftijd. Positieve effecten worden met name aannemelijk geacht ten aanzien van de preventie van hart- en vaatziekten, diabetes, overgewicht en osteoporose. Op basis van de beschikbare kennis kan geconcludeerd worden dat het stimuleren van lichamelijke activiteit bij kinderen en jongeren zowel vanuit gezondheidkundig als sociaal-maatschappelijk perspectief relevant is. Recent is daartoe als richtlijn opgesteld dat kinderen en jongeren dagelijks minimaal een half uur en bij voorkeur een uur lichamelijk actief moet zijn. Speciale aandacht moet daarbij worden besteed aan inactieve jongeren, meisjes van 12-18 jaar, jongeren met een lage sociaal-economische status, adolescenten (16-18 jaar), allochtone jongeren en kinderen met lichamelijke of psychische problemen, zoals diabetes, overgewicht of depressiviteit.
TNO Identifier
574418
Source
JGZ Tijdschrift voor Jeugdgezondheidszorg, 30(6), pp. 81-85.
Pages
81-85