Een 'natte' relatie: Vocht in vloerconstructies

article
De vochtgehalte-verdeling en vocht-gehalte-verandering in steenachtige vloerconstructies worden bepaald door de eigenschappen van de diverse materialen en de (veranderende) klimaatcondities aan weerszijden van de constructie. Bij betonvloeren dient men er rekening mee te houden dat droging in een vrij traag tempo geschiedt. Het resterende bouwvocht kan bij zeer dampremmende vloerbedekkingen leiden tot schade (blaasvorming). Omdat echter de snelheid waarmee het vochtbeeld zich wijzigt meestal vrij gering is (schade kan zich soms pas na een jaar manifesteren) is de relatie met het resterende bouwvocht niet altijd vanzelfsprekend. Daarnaast kan ook een 'natte' kruipruimte leiden tot een te hoog vochtgehalte van de begane orondvloer. In dit artikel wordt nader ingegaan op het hygrisch gedrag van steenachtige vloeren, met name gericht op het resterende bouwvocht en op de invloed van een 'natte' kruipruimte. Door rekenvoorbeelden zal een en ander worden toegelicht
TNO Identifier
329025
Source
Vloer Technisch Magazine, 12(1), pp. 18-21.
Pages
18-21
Files
To receive the publication files, please send an e-mail request to TNO Repository.