Inleiding gerontologie en geriatrie

book
Dit boek bevat wat de basisarts moet weten over veroudering. Het behandelt eerst de belangrijkste aspecten van normale veroudering (Gerontologie), daarna de geneeskunde bij ouderen (Geriatrie) voor zover die anders is dan bij jongeren. Veroudering is het optreden van ogenschijnlijk spontane, irreversibele veranderingen met de tijd. Deze veranderingen zijn haast altijd universeel en toenemend. De definitie omvat dus naast biologische ook fysische zoals metaalmoeheid en het uitdijen van het heelal, chemische zoals colloidveroudering, en culturele veroudering zoals mode. Groei en differentiatie vallen er ook onder, immers bij de ontwikkeling van bevruchte eicel via kind naar volwassene treden voortdurend spontane, irreversibele veranderingen op. Met de lichamelijke groei nemen de kracht en andere vermogens van het organisme toe. Veroudering hoeft dan ook geen functionele achteruitgang in te houden of ongunstig te zijn. Na het volwassen worden blijven de veranderingen optreden, waarbij al snel de prestatietop lager wordt: bij veel takken van sport is men na het dertigste jaar al te oud om kampioen te worden. In de geneeskunde beperken we het begrip veroudering vaak tot de blijvende veranderingen bij volwassenen en deze gaan op den duur vaak, maar niet altijd, met functionele achteruitgang gepaard. Biologische veroudering loopt uit op sterven en maakt dit onontkoombaar. Zonder eeuwige jeugd zou onsterfelijkheid ook geen pretje zijn.
TNO Identifier
73342
ISBN
90-313-1409-9
Publisher
Bohn Stafleu van Loghum
Collation
262 p.
Place of publication
Houten