Across the world, the share of temporary employment is increasing. At the same time, we know that temporary workers experience relatively high levels of job insecurity and that job insecurity is detrimental to mental and physical health and work performance. In this study, we look for ways in which temporary workers can minimize the negative effects of job insecurity. First, we investigate the indirect relationship between perceptions of possible job loss (cognitive job insecurity) and psychological strain, via concerns about possible job loss (affective job insecurity). Next, we investigate whether, and how, active coping and passive coping can moderate this indirect relationship. The results, based on a survey study among 141 temporary workers, show that there is a positive indirect relationship between cognitive job insecurity and strain via affective job insecurity. In addition, it appears that active coping weakens the relationship between affective job insecurity and strain to such an extent that the indirect relationship disappears. Passive coping behavior however, maintains the indirect relationship. Temporary workers may therefore be able to reduce the amount of strain arising from affective job insecurity by using more active coping and less passive coping. © Judith B. Langerak, Jessie Koen & Edwin A. J. van Hooft.
Het aandeel tijdelijke contracten blijft wereldwijd in rap tempo toenemen. Uit onderzoek weten we dat de baanonzekerheid die doorgaans gepaard gaat met tijdelijke contracten, schadelijk kan zijn voor de gezondheid en werkprestaties van werknemers. In dit onderzoek gaan we op zoek naar manieren waarmee tijdelijke werknemers hun gevoelens van baanonzekerheid en de negatieve gevolgen daarvan kunnen beperken. Wij onderzoeken allereerst of de relatie tussen de inschatting van mogelijk baanverlies (cognitieve baanonzekerheid) en mentale belasting wordt gemedieerd door de zorgen over mogelijk baanverlies (affectieve baanonzekerheid). Vervolgens onderzoeken we of, en hoe, actief copinggedrag en passief copinggedrag deze indirecte relatie kunnen modereren. Uit de resultaten, gebaseerd op een vragenlijstonderzoek onder 141 tijdelijke werknemers, blijkt dat er een positieve indirecte relatie is tussen cognitieve baanonzekerheid en mentale belasting via affectieve baanonzekerheid. Daarnaast blijkt dat actief copinggedrag de relatie tussen affectieve baanonzekerheid en mentale belasting dusdanig kan verzwakken, dat de indirecte relatie wegvalt. Passief copinggedrag houdt de indirecte relatie echter juist in stand. Tijdelijke werknemers kunnen dus mogelijk eigenhandig de mate van mentale belasting die voortkomt uit affectieve baanonzekerheid, verminderen door meer actief copinggedrag en minder passief copinggedrag te vertonen.