Aangeboren afwijkingen in Nederland 2001-2012 : Gebaseerd op de landelijke perinatale registraties
report
Het jaarlijkse monitoren van aangeboren afwijkingen is van belang om eventuele (plotselinge) dalingen of stijgingen in aantallen (trends) tijdig te signaleren. In de periode 2010-2012 hebben wij geen zorgwekkende stijging in het voorkomen van specifieke aangeboren afwijkingen kunnen constateren. Op orgaanstelniveau tonen drie van de acht orgaanstelsels stijgende trends, namelijk het orgaanstelsel hart en bloedvaten (p=0,029), het urogenitaalstelsel (p=0,001) en voor chromosomale, syndromale en diverse afwijkingen (p<0,001). Voor de overige vijf orgaanstelsels - het centraal zenuwstelsel en zintuigen (p=0,198), het ademhalingsstelsel (p=0,150), het spijsverteringsstelsel (p=0,473), het orgaanstelsel huid en buikwand (p=0,340) en het skelet en spierstelsel (p=0,919) zijn geen significante trends waargenomen.
TNO Identifier
522379
Publisher
TNO
Collation
63 p.
Place of publication
Leiden