Rijkswaterstaat (RWS) wants to harmonize its internal specifications for background shields and white edges used on information carriers along the road. RWS has asked TNO to build up, from its expertise, an analysis of existing literature that will act as a motivation for using background shields and white edges. RWS has asked the following from TNO: 1. What research has been carried out by TNO on the necessity and design of background shields? This includes size, location, dimensions of the white edge, retro-reflection, etc. 2. Are the outcomes of this research still relevant in the current situation (e.g. where LED lights are in use)? What does TNO expect for the future? 3. What knowledge is missing for an answer to question 2? In this TNO report question 1 is answered. The relevant TNO-studies on background shields are inventoried. In another TNO-report (TNO 2015 R11704) the questions 2 and 3 are answered.
Rijkswaterstaat (RWS) wil graag eenheid en harmonie aanbrengen in de intern gebruikte voorschriften en afspraken voor het toepassen van achtergrondschilden en witte bordranden op informatiedragers langs de weg. RWS heeft TNO gevraagd om vanuit haar expertise te komen met een analyse op basis van literatuur die als onderbouwing kan dienen voor het toepassen van achtergrondschilden en witte bordranden. De vraagstelling van RWS was als volgt: 1. Welke onderzoeken zijn door TNO in het verleden gedaan naar de noodzaak en vormgeving van achtergrondschilden? Te denken valt aan: grootte, positionering op portaal, noodzaak/grootte witte bies, wel/niet retroreflectie, etc. 2. In hoeverre zijn de uitkomsten van deze onderzoeken nog relevant voor de huidige situatie (waarbij o.a. LED-signaalgevers worden gebruikt)? Wat is de verwachting van TNO voor de toekomst? 3. Welke kennis ontbreekt om vraag 2 te kunnen beantwoorden? In dit TNO-rapport wordt vraag 1 beantwoord. Hierbij zijn de relevante TNO-onderzoeken betreffende achtergrondschilden geïnventariseerd. Een ander TNO-rapport (TNO 2015 R11704) behandelt de antwoorden op de vragen 2 en 3.