Title
Consensus preventie van wiegendood [Consensus on prevention of cot death]
Author
van Velzen-Mol, H.W.M.
Burgmeijer, R.J.F.
Hofkamp, M.
den Ouden, A.L.
van Everdingen, J.J.E.
TNO Preventie en Gezondheid
Publication year
1997
Abstract
The sudden and unforeseen death of a child in the first two years, usually happening during a sleeping period, is known as cot death. As cot death is a very tragic and dramatic experience for the family, it is important to reduce its incidence. In the period between 1972 and 1987, the number of cot deaths initially increased, but during the last decade a substantial reduction could be observed. This fluctuation can be connected with the position in which the baby is put to sleep. From 1970 the prone sleeping position was strongly recommended. Since then, the number of cot death cases increased. From 1987, a causal relationship between the prone sleeping position and cot death was suspected. As a result the prone sleeping position was strongly advised against. A reduction of cot death cases was then observed. By now, the role of many other factors in cot death has been perceived. The risk of cot death is increased if these factors act at the same time. Some of these factors that promote cot death come from the child's environment and can be influenced when kept in mind. Apart from the prone or side sleeping position, heat congestion, unsafe bed material and smoking in the presence of the child substantially increase the risk of cot death. The main recommendations of the committee which drew up the Dutch consensus report on prevention of cot death are therefore aimed at avoiding the above mentioned risk factors. Continuation of research is necessary to further reduce the current number of some 50 cases of cot death which happen yearly in the Netherlands.
Wiegendood is het, meestal tijdens een slaapperiode, plotseling en onvoorzien overlijden van een kind in de eerste 2 levensjaren. Voor het getroffen gezin is dit een bijzonder ingrijpende en tragische gebeurtenis. Het is dan ook van groot belang het aantal gevallen van wiegendood terug te dringen. Na een aanvankelijke stijging van de incidentie in de jaren 1972 tot 1987 was er de afgelopen 10 jaren een opvallende daling. Deze fluctuaties worden in verband gebracht met de wijze waarop de baby te slapen wordt gelegd. Vanaf 1970 werd buikligging aangeraden. Sindsdien steeg de incidentie van wiegendood. Omstreeks 1987 ontstonden steeds sterkere aanwijzingen dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen buikligging en wiegendood. Nadat de buikligging officieel was afgeraden zette een sterke daling van de wiegendoodincidentie in. Inmiddels is ook de betekenis van een groot aantal andere factoren onderkend. Zeker als deze risicofactoren tegelijkertijd optreden, neemt het risico op wiegendood toe. Voor een deel zijn het omgevings- en verzorgingsfactoren die te beïnvloeden zijn. Naast de buik- en zijligging blijken vooral warmtestuwing, onveilig bedmateriaal en roken in aanwezigheid van het kind het risico op wiegendood aanmerkelijk te vergroten. De belangrijkste aanbevelingen van de werkgroep die het consensusrapport over preventie van wiegendood opgesteld heeft, zijn gericht op het vermijden van deze risicofactoren. Om het huidige aantal van ongeveer 50 gevallen van wiegendood per jaar verder terug te dringen is voortgaand onderzoek noodzakelijk.
Subject
Health
Netherlands
Bedding and Linens
Epidemiologic Methods
Heat
Humans
Infant
Infant, Newborn
Netherlands
Prone Position
Risk Factors
Sleep
Sudden Infant Death
To reference this document use:
http://resolver.tudelft.nl/uuid:d31bd46c-a415-4b3d-9f0c-8a5cb170d98d
TNO identifier
234047
ISSN
0028-2162
Source
Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 141 (37), 1779-1783
Document type
article