Wat is het WHI? Het Werkhoudingeninstrument (WHI)* is een methode om te bepalen of er sprake is van een risico op het ontstaan van klachten aan het bewegingsapparaat (gewrichten, pezen en spieren) door de aanwezigheid van ongunstige werkhoudingen. De methode helpt u om: te weten of er gezondheidsrisico’s door werkhoudingen zijn; vast te stellen wat de belangrijkste risicohoudingen zijn; Toepassing van het WHI vormt de eerste stap naar risicovermindering of preventie. Een beschrijving van zo'n 'stapsgewijze aanpak' staat onder de knop download formulieren. Daarnaast kan de methode ook worden ingezet om na te gaan of maatregelen het risico verminderd hebben. De beoordeling gebeurt per taak, de uitkomsten gelden voor alle werknemers die die taak uitvoeren. Het is dus geen beoordeling per werknemer, per functie of per dag. Indien er meerdere taken voorkomen waarvan u vermoedt dat ze risicovol zijn, raadpleeg dan een arbodeskundige. Voor welke taken is het WHI bedoeld? De methode is bedoeld voor de beoordeling van werkhoudingen bij taken: die in totaal langer dan 30 min op een dag voorkomen (afzonderlijke perioden bij elkaar opgeteld); waarbij de krachtuitoefening met 1 hand minder is dan 1 kgf/10 N (dit is evenveel als een pak suiker) Voorbeelden van deze taken zijn: het bedienen van een heftruck, het wassen van cliënten (verpleegkundigen), het uitvoeren van een gebitscontrole (tandartsen), het sorteren van producten (van minder dan 1 kg), kwaliteitscontrole, etc. De methode is niet geschikt voor de beoordeling van werkhoudingen bij beeldschermwerk; hiervoor zijn beter geschikte methoden voorhanden, die rekening houden met de bij deze taak aanwezige (computer)middelen. Voor welke werknemers? De methode is geschikt voor risicobeoordeling van volwassen werknemers tussen 18 en 65 jaar, in alle branches en sectoren. Wie kan het WHI gebruiken? Mogelijke gebruikers van het WHI zijn degenen die verantwoordelijk zijn voor de arbeidsomstandigheden in een bedrijf, bijvoorbeeld preventiemedewerkers, arbocoördinatoren, personeelsfunctionarissen, HRM-ers of - in kleine bedrijven - de directeur zelf. Ook arbodeskundigen van arbodiensten kunnen gebruik maken van de methode. De methode vereist geen specifieke voorkennis. Opmerkingen vooraf: Als de taakuitvoering erg verschilt per medewerker of per dag, observeer dan enkele verschillende werknemers op verschillende dagen en gebruik gemiddelde waarden voor de beoordeling. Voer een beoordeling eventueel, en zeker de eerste keer, met z'n tweeën uit in plaats van alleen. Dit leidt over het algemeen tot een beter resultaat. * Het WHI is gebaseerd op kennis over risicohoudingen uit de wetenschappelijke literatuur, aangevuld met oordelen van experts uit de ergonomie. De validiteit van de methode is nog onbekend. Het is daarom van belang naast deze risicobeoordeling goed te kijken naar andere signalen, zoals het optreden van gezondheidsklachten of verzuim.