Verschillende studies hebben aangetoond dat delen van het Nederlandse wegennetwerk kwetsbaar zijn (bijv. Snelder et al., 2012). Kleine ongevallen of slechte weersomstandigheden kunnen al tot veel files en grote reistijdverliezen leiden. Een robuust wegennet, waarbij het netwerk minder vatbaar wordt voor kleine verstoringen wordt daarom steeds belangrijker. In de Visie Robuust Wegennet (Schrijver et al., 2008), ontwikkeld voor de ANWB, wordt op basis van een aantal algemene principes een plan geschetst hoe een robuuste structuur van het hoofdwegennet in de regio Rotterdam- Den Haag er uit zou kunnen zien. In deze visie nemen buffers een belangrijke plaats in. Er zijn drie typen buffers geïdentificeerd: • natuurlijke bufferfunctie van wegvakken; • terugslagbuffers; • doseerbuffers. In dit rapport is aan de hand van een voorbeeldcase rondom de A13/Kruithuisplein (situatie 2010) met micro-simulatie inzichtelijk gemaakt wat het effect van een doseerbuffer kan zijn op het aantal voertuigverliesuren en de reistijd voor automobilisten die een route volgen door de buffer en voor automobilisten die niet door de buffer moeten maar wel van de buffer profiteren. Daarnaast is inzichtelijk gemaakt wat het effect van een dergelijke buffer op het totale aantal voertuigverliesuren in het netwerk is. Voor een laag, middelhoog en hoog vraagscenario is het effect geanalyseerd van de volgende bufferscenario’s: • Geen TDI = referentie; • Met TDI (2 rijstroken) = huidige situatie; • Met TDI en 1 extra strook; • Met TDI en 2 extra stroken; • Met TDI en 3 extra stroken; • Met TDI en 4 extra stroken; • Met TDI en 5 extra stroken; • Met TDI en 6 extra stroken. Uit de analyses is gebleken dat de optimale buffercapaciteit vier rijstroken is, voor zowel het lage, middel en hoge vraagniveau op de A13. Bij een buffercapaciteit van vier rijstroken moeten de voertuigen die door de buffer moeten ongeveer 4 minuten extra wachten in ieder vraagscenario ten opzichte van de situatie zonder buffer. De reistijdwinst die ze later halen doordat ze op de A13 beter kunnen doorrijden (buiten de modelgrenzen), is hier niet in opgenomen. De voertuigen op de A13 hebben een reistijdwinst van respectievelijk 0,2, 0,4 en 1 minuut in het lage, middelhoge en hoge scenario op het gedeelte van de A13 dat is opgenomen in het simulatiemodel. De voertuigen op traject 1 (Delft – Den Haag) hebben een reistijdwinst van respectievelijk 0,2, 0,4 en -0,6 (=verlies) minuten in het lage, midden en hoge scenario.