In a labor market characterized by growing numbers of temporary contracts and job insecurity, staying proactive regarding one’s career is crucial. Unfortunately, experiencing job insecurity tends to obstruct such proactive career behavior. In this study, we examined whether and how future work self (FWS) salience can mitigate this negative relationship, and whether there would be an optimum (intermediate) level of FWS salience. We also explored the qualitative content of participants’ FWS descriptions to examine which types of FWS would provide the best buf fer against the negative consequences of job insecurity. In a survey study among temporary employees (N = 118), we found no evidence for the negative association between job insecurity and proactive career behavior, nor for the assumed optimum of FWS salience. We did f ind that job insecurity was positively associated with proactive career behavior for those with low FWS salience, which was further supported by our exploration of FWS content. Yet, the different types of FWS did not affect the relationship between job insecurity and proactive career behavior. We conclude that, for temporary employees who experience job insecurity, a less salient FWS can be necessary for proactive career behavior. © Maarten J. van Bezouw, Jessie Koen & Judith B. Langerak.
In een flexibele arbeidsmarkt, gekenmerkt door groeiende aantallen tijdelijke contracten en meer baanonzekerheid, is het cruciaal om proactief en toekomstgericht met een loopbaan bezig te blijven. De ervaring van baanonzekerheid bemoeilijkt echter dergelijk proactief loopbaangedrag. In dit onderzoek hebben we gekeken of en hoe een duidelijke future work self (FWS; een toekomstbeeld op het gebied van werk) deze negatieve relatie kan verminderen, en of dat met name werkt bij een optimale (gemiddelde) mate van FWS-duidelijkheid. Daarnaast verkenden we de inhoud van de FWS-omschrijvingen van deelnemers om te zien welke soorten FWS de beste buffers vormen tegen de negatieve gevolgen van baanonzekerheid. In vragenlijstonderzoek onder tijdelijke werknemers (N = 118) vonden wij geen bewijs voor de negatieve associatie tussen baanonzekerheid en proactief loopbaangedrag, noch voor het veronderstelde optimum van FWS-duidelijkheid. Wel bleek dat meer baanonzekerheid gepaard ging met meer proactief loopbaangedrag wanneer mensen géén duidelijke FWS hadden, iets dat bevestigd werd in de verkenning van de inhoud van FWS. De relatie tussen baanonzekerheid en proactief loopbaangedrag hing echter niet af van het soort FWS dat deelnemers omschreven. Voor tijdelijke werknemers die baanonzekerheid ervaren, lijkt een minder duidelijke FWS dus een voorwaarde voor proactief loopbaangedrag.