Title
Kindermishandeling in Nederland Anno 2010 (Child maltreatment in the Netherlands in 2010: The second Netherlands’ Prevalence study on Maltreatment of children and youth (NPM-2010)
Author
Alink, L.
Pannebakker, F.
Euser, S.
Bakermans-Kranenburg, M.
Vogels, T.
van IJzendoorn, R.
Publication year
2013
Abstract
The current study assesses the year prevalence of child maltreatment in the Netherlands. We estimated the prevalence of sexual, physical, and emotional abuse and physical and emotional neglect using different methods: informant-, CPS-, and self-reports. We also tested which family and demographic factors increased the risk for child maltreatment. Results showed that the prevalence, based on both informant-reports and self-reports has not decreased from 2005 to 2010 and that risk factors remained similar. The number of reports to CPS did increase from 2005 to 2010. It is likely that this is the result of increased awareness of the problem. Based on our results, recommendations for policy makers are formulated.
In deze studie (noot a) is onderzocht wat de jaarprevalentie was van kindermishandeling in 2010, hoe dit getal zich verhoudt tot de prevalentie in 2005 en wat de belangrijkste risicofactoren waren. Ruim 1100 beroepskrachten die in verschillende sectoren met kinderen te maken hebben, is gevraagd alle gevallen van kindermishandeling te rapporteren. Ook zijn alle kinderen geteld die gemeld waren bij de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling in 2010. Verder hebben bijna 2000 middelbare scholieren gerapporteerd over mishandeling. De prevalentieschatting op basis van informantenrapportages en AMK-meldingen kwam neer op 34 per 1000 (bijna 119.000) kinderen. De toename (68%) in het aantal AMK-meldingen van 2005-2010 was opvallend. De prevalentieschatting op basis van zelfrapportage was 99 per 1000, hetzelfde aantal als in 2005. Gezinnen met (zeer) laag opgeleide ouders, werkloze ouders, eenoudergezinnen, gezinnen met drie of meer kinderen en stiefgezinnen hadden een groter risico op kindermishandeling. Ook allochtone achtergrond betekende een verhoogd risico. Voor gezinnen van Marokkaanse, Turkse, Surinaamse, of Antilliaanse herkomst viel dat extra risico weg als rekening werd gehouden met het gemiddeld lagere opleidingsniveau. De toegenomen aandacht voor kindermishandeling in de afgelopen jaren heeft geleid tot een toename in het aantal (AMK-)meldingen, maar niet tot een merkbare daling in het aantal slachtoffers.
Subject
BSS - Behavioural and Societal Sciences
Human
Healthy Living
Healthy for Life
Kinderen
Identificatie
Vragenlijsten
Jeugdgezondheidszorg
CH - Child Health
To reference this document use:
http://resolver.tudelft.nl/uuid:5f828f08-3407-41d0-b3b9-5f93011e42d9
DOI
https://doi.org/10.1007/s12508-013-0137-x
TNO identifier
485140
Source
TSG: Tijdschrift voor gezondheidswetenschappen, 91 (91), 396-404
Document type
article