Vrouwen die een technisch beroep uitoefenen, blijken nogal eens problemen te ondervinden. In deze dissertatie wordt nagegaan wat er in arbeidsinhoud, arbeidsomstandigheden en arbeidsorganisaties zou moeten veranderen om de uitstroom van vrouwen in technische beroepen te voorkomen. Het onderzoek heeft betrekking de op bouw, de staalindustrie en de metaalproductenindustrie. De vijfenvijftig ondervraagde vrouwen hebben een opleiding op lbo- of mbo-niveau genoten. In elk der onderscheiden sectoren veroorzaken de arbeidsomstandigheden voor vrouwen risico's voor de gezondheid van nek, rug, schouders en ledematen. Dit ondanks het feit dat de vrouwen bepaalde taken niet mogen uitvoeren, omdat zij fysiek te belastend zijn. Ook uitsluiting van opdrachten die 'technisch te geavanceerd' worden bevonden, leiden enerzijds tot beperking van de (doorgroei)mogelijkheden en bevorderen anderzijds de uitzonderingspositie van vrouwen. Het overheidsbeleid gericht op vergroting van de participatie van vrouwen in technische beroepen zou meer aandacht moeten schenken aan de bedrijfsinterne processen, waarbij de kwaliteit van arbeid een rol speelt.