Title
Tweestrooksweg met inhaalstroken - Verkenning voor toepassing en ontwerp
Author
van der Horst, A.R.A.
TNO Defensie en Veiligheid
Publication year
2008
Abstract
De verschillen tussen een dubbelbaansweg met twee rijstroken per richting en een enkelbaansweg met één rijstrook per richting zijn naast ruimtebeslag en aanlegkosten: - De capaciteit van en de kwaliteit van de verkeersafwikkeling zijn op een dubbelbaansweg veel hoger. - De verkeersveiligheid is op de dubbelbaansweg beter gewaarborgd. In het kader van Duurzaam Veilig is voor de enkelbaanswegen de rijrichtingscheiding geïntroduceerd: twee doorgetrokken strepen in de as van de weg. Bij een stroomweg is de rijrichtingscheiding tussen de beide strepen voorzien van een groen oppervlak voor de herkenbaarheid. Consequentie van de doorgetrokken strepen is dat inhalen niet meer is toegestaan. Het Handboek Wegontwerp uit 2002 (CROW-publicatie 164) besteedt de nodige aandacht aan de inhaalproblematiek en faseringsoplossingen, maar geeft geen compleet beeld meer van mogelijke oplossingsrichtingen. In het buitenland zoals in Zweden, Finland, Duitsland, Ierland en Engeland wordt een dwarsprofiel met inhaalstroken toegepast. Dit wegtype heeft drie rijstroken waarbij de middelste rijstrook als inhaalstrook met een lengte van circa 1500 m om en om aan een van beide rijrichtingen is gekoppeld. De buitenlandse ervaringen met dit wegtype zijn bijzonder positief voor wat betreft de verkeersveiligheid en de kwaliteit van de verkeersafwikkeling. Dit moet worden toegeschreven aan de gegarandeerde, goede inhaalmogelijkheden door middel van de inhaalstroken. De capaciteit van een tweestrooksweg met inhaalstroken (2x1+1 of 1x2+1) is echter gelijk dan wel iets lager dan die van de tweestrooksweg zonder inhaalstrook (2x1 of 1x2) vanwege de turbulentie op het eind van de inhaalstrook. Het 2+1-dwarsprofiel geniet een breed draagvlak. De meeste ondervraagde automobilisten zijn van mening dat deze wegen veiliger en comfortabeler zijn en minder stress opleveren. Chauffeurs van bussen en vrachtauto's klagen echter over het inhaalgedrag van automobilisten op het eind van de inhaalstrook. In Nederland zijn de eerste ervaringen met dit wegtype op de N50 tussen de A28 en Kampen ook positief. In aanvulling op het Handboek Wegontwerp (CROW-publicatie 164) wordt in voorliggende publicatie uitgebreid ingegaan op het ontwerp van het dwarsprofiel en de inhaalstroken van de 2+1-weg. De 2+1-oplossing moet binnen het regionale netwerk een stroom- of gebiedsontsluitingsfunctie vervullen. Functie, vorm en gebruik moeten op elkaar worden afgestemd. Als het ontwerp van de 2+1-weg een gefaseerde uitvoering van een autosnelweg betreft, dan moet het alignement uiteraard op de eisen van de autosnelweg worden gebaseerd. Vooral de beëindiging van de inhaalstroken vraagt om redenen van verkeersveiligheid en verkeersafwikkeling bijzondere aandacht. Ook de verkanting en de verkantingsovergangen vergen in samenhang met de positie van de wentelingsas extra aandacht van de wegontwerper.
Subject
traffic
road design
To reference this document use:
http://resolver.tudelft.nl/uuid:87373dba-1505-45e5-b34f-9ccd04bc4900
TNO identifier
23025
Publisher
Crow, Ede
ISBN
97890662851700
Series
CROW-publicatie
Bibliographical note
Deze CROW-publicatie is tot stand gekomen onder begeleiding van een CROWwerkgroep die bij afronding van de werkzaamheden als volgt was samengesteld: - dr. ir. A.R.A. van der Horst, TNO Human Factors (voorzitter); - drs. ing. R. de Bruijn, Rijkswaterstaat Dienst Oost-Nederland; - J. Groot, Rijkswaterstaat Bouwdienst; - P.S. van Hoek, provincie Overijssel; - ir. S.T.M.C. Janssen, Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid 5WOV; - ing. F.H.T. Koen, provincie Drenthe; - ing. H. Kwint, Dienst Verkeer en Scheepvaart (DVS); - ing. O.P. Overkamp, DHV BV; - ing. P.Th.H. Scholten, Paul Scholten Consultancy; - J. Schouten, DHV BV. De begeleiding vanuit CROW werd verzorgd door ir. E.C. Westdijk. De tekst is geschreven door DHV BV. Serie onder afdeling Verkeerstechniek
Document type
book