Purpose : According to international legislation pilothouse windows of inland vessels should have a minimum light transmission of 75%. The shipping sector is wondering whether this requirement can be reduced since a large portion of the fleet is equipped with green tinted windows panes with a lower light transmission. In this study, we answer the question whether the minimum allowable light transmission of pilothouse windows of inland vessels can be reduced from 75% to lower values of green and bronze tinted windows. Furthermore, a protocol is proposed for the measurement of light transmittance of pilothouse windows in practice. ---- Methods : In order gain insight of the visual task of the skipper and to perform photometric measurements we visited eleven inland vessels. We determined a set of light technical parameters such as, window pane type (color, number of layers), light transmission and tilt angle of the window pane, ceiling reflection. Using a visual model the detection distances were calculated for a navigation light at night and an unlit buoy during the daytime, for various light transmissions of the pilothouse window. This was based on the parameters measured on the vessels, standard lighting conditions and the prescribed intensities of signal lights. A proposal for the measurement protocol is made on the basis of market research, modeling and analysis. ---- Results : The measurements on the vessels showed that white, green and bronze window panes have an average light transmission of 82%, 64% and 47%. Thus, the green and bronze tinted panes do not meet the current requirement of 75%. The average reflectance of the pilothouse ceiling was 0.555. The model calculations show that the visibility of objects at daytime hardly is affected by pane transmission provide that the transmission is more than 20%. Compared with a normal window pane (75%) the detection distance for bronze and green tinted windows reduces with 0.7% and 0.2%. At night, the detection distance decreases with decreasing transmission and is also affected by the reflection of the ceiling and the internal lighting of the pilothouse. Compared with a normal window pane the detection distance for bronze and green-tinted windows reduces with 17% and 6%. The negative influence of green tinted windows on the detection distance at night can be compensated by modifications of the interior of pilothouse. This compensation is not possible for bronze tinted window panes. For measuring light transmission in the pilothouse window panes in practice, the hand-held measuring devices for car windows can be used provided that the instrument is calibrated for the larger thickness of the pilothouse windows and is equipped with a good shielding for stray light. In addition, a correction for the inclined windows should be applied. ---- Conclusion : At daytime tinted pilothouse window panes have a negligible adverse influence the visual perception of objects outside. At nighttime, this influence is larger but for green tinted windows it can compensated by modifying the pilothouse interior. Measurement of light transmission of pilothouse windows in practice with existing measuring devices is only possible if these devices are modified and calibrated for this purpose.
Vraagstelling : Volgens internationale regelgeving moeten stuurhuisruiten van binnenvaartschepen een minimale lichtdoorlatendheid van 75% hebben. De scheepvaartsector vraagt zich af of deze eis omlaag kan omdat een groot deel van de schepen voorzien is van groen getinte ruiten met een lagere lichtdoorlatendheid. In deze studie onderzoeken we in hoeverre de minimaal toegestane lichtdoorlatendheid van stuurhuisruiten van binnenvaartschepen verlaagd kan worden van 75% naar lagere waarden van groen-getinte en bruin-getinte (brons) ruiten. Daarnaast wordt een aanzet te geven voor een meetprotocol om de lichtdoorlatendheid van stuurhuisruiten te kunnen vaststellen in de praktijk. ---- Werkwijze : Om inzicht te krijgen in de visuele taak van de schipper en om fotometrische metingen aan boord te kunnen uitvoeren is een elftal binnenvaartschepen bezocht. We hebben een aantal lichttechnische parameters bepaald, zoals soort ruit, (kleur, aantal lagen), lichtdoorlatendheid ruit, schuinstand ruit, plafondreflectie. Daarnaast zijn door middel van modelberekeningen de detectieafstanden bepaald van een navigatielicht bij nacht en een onverlichte boei overdag, bij verschillende waarden van de lichtdoorlatendheid van de stuurhuisruit. Hierbij is uitgegaan van de parameters gemeten op de schepen, standaard lichtomstandigheden en de voorgeschreven lichtsterkten van signaallichten. Op basis van marktonderzoek, modelberekeningen en analyses is een voorstel gemaakt voor een meetprotocol. ---- Resultaten : Uit metingen op de schepen blijkt dat stuurhuisruiten met de kleuren blank, groen en brons een gemiddelde lichtdoorlatendheid hebben van respectievelijk 82%, 64% en 47%. Hiermee voldoen de groen en brons getinte ruiten niet aan de huidige norm van minimaal 75%. De gemiddelde reflectiefactor van het plafond van stuurhuizen is bepaald op 0,555. Uit de modelberekeningen blijkt dat de zichtbaarheid van objecten overdag nauwelijks wordt beïnvloed door de lichtdoorlatendheid, mits deze hoger is dan 20%. Vergeleken met een normale ruit (75%) vermindert de detectieafstand voor brons en groen getinte ruiten met respectievelijk 0,7% en 0,2%. ’s Nachts neemt de detectieafstand wel noemenswaardig af bij afnemende lichtdoorlatendheid en wordt deze ook beïnvloed door de reflectie van het plafond en de interne stuurhuisverlichting. Vergeleken met een normale ruit vermindert de detectieafstand voor brons en groen getinte ruiten met respectievelijk 17% en 6%. De negatieve invloed van groen getinte ruiten op de detectieafstand bij nacht is te compenseren door aanpassingen van het interieur van stuurhuizen. Voor brons getinte ruiten is dit niet te compenseren. Bij het meten van de lichtdoorlatendheid van stuurhuisruiten in de praktijk zouden de handzame meetinstrumenten ingezet kunnen worden die ook voor het meten van autoruiten worden gebruikt. Deze instrumenten zijn echter alleen goed bruikbaar mits ze worden gekalibreerd voor de grotere dikten van de stuurhuisruiten en er een goede afscherming is voor strooilicht. Daarnaast moet een correctie worden uitgevoerd voor het schuin staan van de ruiten. ---- Conclusies : Getinte stuurhuisruiten hebben overdag een verwaarloosbare invloed op het waarnemen objecten buiten het stuurhuis. ’s Nachts is die invloed groter maar kan voor groen getinte ruiten worden gecompenseerd door aanpassing van het stuurhuisinterieur. Het meten van de lichtdoorlatendheid van stuurhuisruiten in de praktijk met bestaande meetinstrumenten is alleen mogelijk als deze voor dit doel zijn gemodificeerd en gekalibreerd.